Tweede uiteenzetting van Paul Verhaeghe:
"Kort samengevat: hoe groter de
inkomensverschillen in een regio, des te meer mentale stoornissen,
tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie, criminaliteit, drugsgebruik en
pillen; des te lager de gemiddelde levensverwachting, lichamelijke gezondheid,
onderwijsresultaten, sociale mobiliteit en ruimer, de gevoelens van veiligheid
en geluk. Bovendien – en dit zal voor veel mensen zeer verrassend zijn
–bovendien gelden deze resultaten voor alle lagen van de bevolking, en blijven
ze niet beperkt tot de laagste sociale klassen."
Ik ga deels akkoord met deze uiteenzetting want volgens mij gebeuren kindersterfte, criminaliteit, tienerzwangerschappen... in alle lagen van de bevolking maar in meer of mindere mate. Volgens mij komt kindersterfte in grotere aantallen voor in een lagere sociale klasse dan in een rijkere klasse omdat de lagere klasse minder geld heeft om hun kind op te voeden dan mensen in de rijke klasse.
Als je arm bent ga je minder snel iets kopen voorbeeld een auto. Een kind kost veel geld dus je gaat geen kind willen hebben omdat je geen geld hebt om de opvoeding van het kind te betalen. de meeste criminaliteit is bij de armere mensen omdat zij geen geld hebben maar toch geld willen hebben. De rijkere klasse heeft het geld op een kind op te voeden, voor hun gezondheid op peil te houden, hebben goede studies kunnen volgen.
BeantwoordenVerwijderenDank u wel voor uw reactie. Als ik het goed lees dan denkt u, eveneens als mij, dat er in alle lagen van de bevolking criminaliteit, kindersterfte, tienerzwangerschappen... aanwezig zijn maar u maakt ook een onderscheid tussen het aantal gevallen tussen rijk en arm.
Verwijderen